
Jurisprudentie
AQ5369
Datum uitspraak2004-07-01
Datum gepubliceerd2004-07-26
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1352-03 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer
Datum gepubliceerd2004-07-26
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1352-03 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer
Indicatie
Het hof is van oordeel dat het verwijt van klaagsters dat de notaris zich partijdig heeft opgesteld door in de brief van 8 november 2002 aan notaris Bosman in diens hoedanigheid van adviseur en belangenbehartiger van klaagsters te melden dat hij, indien er geen akkoord wordt bereikt over het aan hem als boedelnotaris verschuldigde honorarium, zijn werkzaamheden als zodanig zal stoppen en verder zal gaan als “partijnotaris” (bedoeld is “partijadviseur”) van mevrouw [naam], doel treft. Hoewel klaagsters zich lieten bijstaan door een notaris die hun belangen behartigde, is minstens de suggestie gewekt in deze brief dat de notaris verder op zou treden als belangen behartiger van mevrouw Metselaar. Hiermee werd de reeds bestaande vrees voor partijdigheid bij klaagsters bevestigd. Dat de notaris zijn excuses aangeboden heeft voor deze omissie doet daar niet aan af.
Klaagsters hebben geen recht hebben op inzage in of kopieën van correspondentie voor zover die afkomstig is van of gericht is aan anderen dan klaagsters en die een vertrouwelijk karakter heeft. Door de weigering om aan klaagsters op hun verzoek inzage in of kopieën van door de notaris als vertrouwelijk aangemerkte correspondentie tussen hem en mevrouw [naam] te verschaffen heeft de notaris zich niet partijdig opgesteld .
Ten aanzien van het klachtonderdeel dat de notaris zijn dienst zou weigeren door zijn werkzaamheden te staken oordeelt het hof als volgt.
De notaris had reeds geruime tijd werkzaamheden verricht ten behoeve van klaagsters zonder dat er gesproken was over het honorarium. De notaris had er beter aan gedaan dit onderdeel bij de aanvang van zijn werkzaamheden te bespreken, zodat het voor klaagsters van meet af aan duidelijk was wat zij konden verwachten. Nu echter de overeenstemming dienaangaande is uitgebleven mocht de notaris zijn werkzaamheden staken. Hoewel het hof de handelwijze ten aanzien van zijn honorarium onzorgvuldig oordeelt, acht het hof deze handelwijze niet zodanig laakbaar dat het tot gegrondheid van dit klachtonderdeel zou moeten leiden.
Uitspraak
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Beslissing van 1 juli 2004 in de zaak onder rekestnummer 1352/2003 NOT van:
[naam],
[naam],
beiden wonende te [plaats],
APPELLANTEN,
gemachtigde: mr. H.A. Bosman
t e g e n
MR. [naam],
notaris te [plaats],
GEÏNTIMEERDE.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Door appellanten, verder te noemen klaagsters, is bij een op 31 december 2003 ter griffie ingekomen verzoekschrift tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Arnhem, verder te noemen de kamer, van 2 december 2003, waarbij de door klaagsters tegen geïntimeerde, hierna te noemen de notaris, ingediende klacht ongegrond is verklaard.
1.2. Op 4 februari 2004 is van de zijde van de notaris een verweerschrift ter griffie van het hof ingekomen.
1.3. Op 12 mei 2004 is van de zijde van klaagsters een fax ingekomen waarin mr. Bosman zich stelt als gemachtigde van klaagsters.
1.4. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 13 mei 2004. Klaagsters, hun gemachtigde, de notaris en zijn medewerker [naam] zijn verschenen. Allen hebben het woord gevoerd.
2. De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie alsmede van de hiervoor genoemde stukken.
3. De feiten
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in haar beslissing van 2 december 2003 heeft vastgesteld. Nu partijen tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar hebben gemaakt, gaat het hof ook van die feiten uit.
4. Het standpunt van klaagsters
4.1. Klaagsters verwijten de notaris dat de werkzaamheden die hij verricht heeft onvoldoende qua kwaliteit en tempo zijn. De notaris heeft niet die informatie verschaft waar klaagsters vanaf het begin van het contact met de notaris, in september 2001, om hebben gevraagd.
4.2. Voorts zijn klaagsters van mening dat de notaris zich partijdig heeft opgesteld door hen met drang te bewegen een standpunt in te nemen ten aanzien van de aanvaarding van de nalatenschap. Bovendien werd klaagsters geen inzage gegeven in de correspondentie tussen de notaris en de mede-erfgenaam J. [naam].
4.3. Tenslotte verwijten klaagsters de notaris dat hij zijn diensten heeft geweigerd toen er geen overeenstemming werd bereikt over het honorarium. In de brief van 8 november 2002, gericht aan mr. Bosman, waarin de notaris meldt dat hij zijn werkzaamheden zal staken totdat er overeenstemming is over het honorarium, heeft hij tevens gemeld bij uitblijven van een akkoord zijn werkzaamheden als boedelnotaris te stoppen en verder op te treden als “partijnotaris” van mevrouw [naam]. Dit laatste wordt door klaagsters gezien als blijk van partijdigheid van de notaris.
5. Het standpunt van de notaris
5.1. De notaris betwist de stellingen van klaagsters. Ten aanzien van zijn verrichtte werkzaamheden verwijst de notaris naar zijn verweerschrift, waarin al zijn werkzaamheden chronologisch staan vermeld. Met betrekking tot het verschaffen van informatie merkt de notaris op dat hij reeds op 20 september 2001 klaagsters alle informatie heeft verschaft waarover hij beschikte.
5.2. Het verwijt van klaagsters dat de notaris zich partijdig heeft opgesteld treft naar de mening van de notaris geen doel. Zijns inziens hebben klaagsters geen recht op kopieën van correspondentie die de notaris met een ander dan klaagsters heeft gevoerd en die naar zijn oordeel als vertrouwelijk moet worden beschouwd. Hieruit kan echter niet worden afgeleid dat de notaris zich partijdig heeft opgesteld.
5.3. De klacht over de vermeende dienstweigering wijst de notaris eveneens van de hand. Toen er geen overeenstemming werd bereikt over het uurtarief en de te declareren werkzaamheden heeft de notaris zijn werkzaamheden gestaakt. De notaris betreurt het dat in de bewuste brief van 8 november 2002 de suggestie gewekt wordt dat hij slechts zou optreden voor één partij en niet meer als boedelnotaris. Hij heeft hiervoor zijn excuses aangeboden.
6. De beoordeling
6.1. Aan het oordeel van het hof is thans onderworpen de vraag of de notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap.
Het verwijt van klaagsters dat de notaris onvoldoende tempo en kwaliteit heeft geleverd met betrekking tot zijn werkzaamheden als boedelnotaris treft naar het oordeel van het hof geen doel. Met de kamer is het hof van oordeel dat de notaris bij de afwikkeling van een boedel afhankelijk is van derden en de medewerking van alle betrokkenen. Dit houdt onder meer in dat veelal niet alle informatie in één keer kan worden verstrekt. De notaris heeft met zijn verweerschrift een lange lijst van zijn verrichtte werkzaamheden overgelegd, waaruit genoegzaam blijkt dat hij zich in voldoende mate en in een voldoende tempo van zijn taak heeft gekweten. Uit de overgelegde stukken blijkt niet dat hij inadequaat heeft gehandeld.
6.2. Het door de notaris bij klaagsters bij herhaling aandringen op het nemen van een beslissing omtrent het al dan niet aanvaarden van de nalatenschap ziet het hof niet als partijdigheid van de notaris. Deze dient er als boedelnotaris naar te streven dat zo spoedig als in redelijkheid mogelijk is duidelijkheid ontstaat over de vraag wie als erfgenamen tot de nalatenschap gerechtigd zijn. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.
6.3. Het hof is voorts van oordeel dat klaagsters geen recht hebben op inzage in of kopieën van correspondentie voor zover die afkomstig is van of gericht is aan anderen dan klaagsters en die een vertrouwelijk karakter heeft. Door de weigering om aan klaagsters op hun verzoek inzage in of kopieën van door de notaris als vertrouwelijk aangemerkte correspondentie tussen hem en mevrouw [naam] te verschaffen heeft de notaris zich niet partijdig opgesteld. Het hof acht ook dit klachtonderdeel ongegrond.
6.4. Het verwijt van klaagsters dat de notaris zich partijdig heeft opgesteld door in de brief van 8 november 2002 aan notaris Bosman in diens hoedanigheid van adviseur en belangenbehartiger van klaagsters te melden dat hij, indien er geen akkoord wordt bereikt over het aan hem als boedelnotaris verschuldigde honorarium, zijn werkzaamheden als zodanig zal stoppen en verder zal gaan als “partijnotaris” (bedoeld is “partijadviseur”) van mevrouw [naam], treft doel. Hoewel klaagsters zich lieten bijstaan door een notaris die hun belangen behartigde, is minstens de suggestie gewekt in deze brief dat de notaris verder op zou treden als belangen behartiger van mevrouw [naam]. Hiermee werd de reeds bestaande vrees voor partijdigheid bij klaagsters bevestigd. Dat de notaris zijn excuses aangeboden heeft voor deze omissie doet daar niet aan af. Het hof acht dit klachtonderdeel dan ook gegrond.
6.5.Ten aanzien van het klachtonderdeel dat de notaris zijn dienst zou weigeren door zijn werkzaamheden te staken oordeelt het hof als volgt.
De notaris had reeds geruime tijd werkzaamheden verricht ten behoeve van klaagsters zonder dat er gesproken was over het honorarium. De notaris had er beter aan gedaan dit onderdeel bij de aanvang van zijn werkzaamheden te bespreken, zodat het voor klaagsters van meet af aan duidelijk was wat zij konden verwachten. Nu echter de overeenstemming dienaangaande is uitgebleven mocht de notaris zijn werkzaamheden staken. Hoewel het hof de handelwijze ten aanzien van zijn honorarium onzorgvuldig oordeelt, acht het hof deze handelwijze niet zodanig laakbaar dat het tot gegrondheid van dit klachtonderdeel zou moeten leiden. Het hof acht het klachtonderdeel ongegrond.
6.6. De vraag ligt thans voor of de notaris voor zijn laakbaar handelen een maatregel dient te worden opgelegd. Het hof is van oordeel dat het handelen van de notaris niet dusdanig laakbaar is dat een maatregel gerechtvaardigd is. Het hof zal dan ook geen maatregel opleggen.
6.7. Gelet op het bovenstaande zal het hof, nu het zich met de beslissing van de kamer niet kan verenigen, de beslissing vernietigen, behoudens voor wat betreft de vaststelling van de feiten.
6.8. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel thans als niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven.
6.9. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
7. De beslissing
Het hof:
- vernietigt de beslissing van de kamer van 2 december 2003 behoudens voor wat betreft de vaststelling van de feiten;
- verklaart de klacht gegrond voor wat betreft het klachtonderdeel genoemd onder 6.4.;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Schipper, Rang en Van Os en in het openbaar uitgesproken op donderdag 1 juli 2004.
KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ARNHEM
kenmerk: 07.831.1/12
Beslissing van de Kamer van Toezicht te Arnhem in de zaak van:
[naam],
[naam],
beiden wonende te [plaats],
klaagsters,
tegen
mr. [naam],
[plaats].
Partijen worden hierna klaagsters en de notaris genoemd.
Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken.
? De brief met bijlagen, ingekomen op 14 mei 2003, waarbij de klacht is ingediend
? Het verweerschrift van de notaris d.d. 5 juni 2003
? De repliek van klaagsters van 27 juni 2003
? De dupliek van de notaris van 18 juli 2003.
De klacht is behandeld ter openbare zitting van de Kamer van 29 september 2003. Daarbij waren aanwezig klaagsters voornoemd, de notaris en zijn chef de bureau, de heer [naam] .
De feiten
? Op 16 augustus 2001 is te [plaats] overleden de heer [naam].
? Erflater heeft bij testament van 25 november 1985 over zijn nalatenschap beschikt. Tot zijn erfgenamen heeft erflater benoemd, tezamen en voor gelijke delen, zijn levenspartner [naam] en klaagsters, zijn dochters uit zijn door echtscheiding ontbonden huwelijk.
? Op verzoek van mevrouw [naam], die door erflater tevens is benoemd tot uitvoerster van zijn testament, heeft de notaris de afwikkeling van de nalatenschap op zich genomen.
? Van deze opdracht heeft [naam] klaagsters bij brief van 24 augustus 2001 op de hoogte gebracht.
? In november 2001 hebben klaagsters een eigen juridisch adviseur ingeschakeld, te weten mr. H.A. Bosman, notaris te Badhoevedorp, om hen bij de verdere boedelafwikkeling te adviseren en vertegenwoordigen.
? Bij brief van 25 maart 2002 heeft [naam] de kwestie van de kosten van de boedelbehandeling aan de orde gesteld. Dit heeft een discussie op gang gebracht, die uiteindelijk niet tot overeenstemming over het honorarium van de notaris heeft geleid.
? De notaris heeft hieruit begin 2003 de conclusie getrokken dat hij niet langer als boedelnotaris kon optreden, hetgeen klaagster hebben opgevat als dienstweigering van de notaris.
De klacht
Klaagsters maken de notaris een drietal verwijten:
a. een onvoldoende kwaliteit en tempo van de werkzaamheden
b. partijdigheid
c. dienstweigering
De notaris heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Op zijn verweer zal in het navolgende zonodig worden ingegaan.
De beoordeling van de klacht
a. Volgens art. 98 lid 1 van de Wet op het Notarisambt (WNA) zijn notarissen aan tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. De Kamer dient dus te onderzoeken of de handelwijze van de notaris in deze klachtzaak een verwijtbare handeling in de zin van dit artikel oplevert.
b. Met betrekking tot het eerste verwijt concludeert de Kamer dat dit ongegrond is.
Uit de door klaagsters overgelegde stukken is in het geheel niet af te leiden dat de notaris, hetzij persoonlijk, hetzij door hem toe te rekenen handelen van [naam], onvoldoende snel of inadequaat heeft gehandeld bij de afwikkeling van de boedel. Daarbij moet worden bedacht dat een notaris bij een boedelafwikkeling afhankelijk is van de informatie van derden en de medewerking van alle betrokkenen, zodat niet alle informatie in één keer kan worden verstrekt. Ook is van belang dat klaagsters geen recht hadden op inzage in alle gevraagde informatie.
Het lijkt erop dat er sprake is van een communicatief probleem, dat niet is opgelost door de inschakeling van mr. Bosman. Juist door de inschakeling van een partijnotaris mocht de notaris erop vertrouwen dat klaagsters op de hoogte waren van de stand van zaken en de mogelijkheden van de notaris.
c. Ten aanzien van het verwijt van partijdigheid oordeelt de Kamer dat van partijdigheid niet is gebleken.
Klaagsters hadden een eigen partijnotaris om uit te leggen wat de notaris wel en niet kon doen en welke informatie wel en niet verstrekt kon worden.
Het is de taak van de notaris om, indien een van partijen geen eigen adviseur heeft, er op toe te zien, dat ook de belangen van die partij gewaarborgd worden. Dat levert geen partijdigheid van de notaris op, maar draagt juist bij tot het door hem te bewaken evenwicht tussen partijen.
Dat klaagsters geen inzage hebben gekregen in de correspondentie tussen het notariskantoor en mevrouw [naam] heeft niets te maken met partijdigheid. De notaris heeft inzage terecht geweigerd om redenen van geheimhouding en mogelijke schending van privacy.
Ook de opmerking in de brief van 8 november 2002, dat het kantoor zal verdergaan als partijnotaris voor mevrouw [naam] (indien er geen akkoord komt over het verschuldigde honorarium) is niet op te vatten als partijdigheid. Deze opmerking is overigens in een latere brief ingetrokken en de notaris heeft hiervoor in zijn verweerschrift zijn excuses aangeboden.
d. Het derde onderdeel van de klacht, betreffende dienstweigering, levert evenmin een klachtwaardig handelen van de notaris op.
Ter zitting hebben klaagsters aangevoerd dat zij niet hebben bedoeld een voorbehoud te maken ten aanzien van de betaling van de declaratie, maar dat zij wilden dat de declaratie zou worden afgetrokken van het boedelsaldo. Uit de door mr. Bosman namens klaagsters gevoerde correspondentie op dit punt heeft de notaris evenwel onvoldoende kunnen afleiden dat klaagsters dit wilden. Een duidelijk ja of nee op het door het notariskantoor opgegeven uurtarief heeft mr. Bosman nimmer gegeven. De gerezen problemen tussen klaagsters en de notaris hadden vermeden kunnen worden indien mr. Bosman zich voldoende had ingespannen om de bedoeling van klaagsters duidelijk te maken. Het standpunt van de notaris dat hij op een gegeven moment geen verdere werkzaamheden kan verrichten zolang geen overeenstemming is bereikt omtrent de in rekening te brengen tarieven, is correct. Dit standpunt houdt geen dienstweigering in.
e. Op grond van het vorenstaande komt de Kamer tot de conclusie dat de notaris geen enkele nalatigheid of onzorgvuldig handelen kan worden verweten, als gevolg waarvan de klacht in al haar onderdelen als ongegrond dient te worden afgewezen.
De beslissing
de Kamer van Toezicht
verklaart de klacht tegen notaris [naam] ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.D.A. den Tonkelaar, plv. voorzitter, mr. J.H.H. Misdorp, lid, mrs. J. H. Weenink, D.H. Hoek en R.F.M. Brugman, plv. leden, en in tegenwoordigheid van mr. H.F.E.M. Koemans, plv. secretaris uitgesproken in het openbaar op 2 december 2003.
De secretaris: De voorzitter: